Ondanks het schrappen van de Europese bewaarplicht door het Hof van Justitie van de Europese Unie, wil staatssecretaris Teeven (Justitie) telefoongegevens in de toekomst blijven bewaren.
Dat zei hij dinsdag tijdens het vragenuurtje in de Tweede Kamer.
"Het is belangrijk dat je verkeersgegevens over internet en telefoongegevens over een bepaalde periode kan bewaren", zei Teeven. Volgens hem zijn zulke data onder meer nodig voor het terugvinden van gestolen telefoons.
Lees hier het artikel.
Bron: nu.nl
Bladzijde 1 / 1
Wel handig.
Als ik dan telefonisch een afspraak heb gemaakt met iemand, maar ben vergeten hoe laat.
Hoef ik Teeven alleen maar te bellen.
Groetjes,
Friesian
Als ik dan telefonisch een afspraak heb gemaakt met iemand, maar ben vergeten hoe laat.
Hoef ik Teeven alleen maar te bellen.
Groetjes,
Friesian
Mag ik zijn nummer ook? Is wel handig soms 🙂
Mag ik zijn nummer ook? Is wel handig soms :)
L.i.e.d.
Oftewel
Lig in een deuk. :D
Ik denk dat de opmerking van Teeven op Europees niveau meer een proefballonnetje is. We kunnen uiteindelijk niet om dit soort regelgeving heen, namelijk.
Soms goed, soms erg jammer...
Soms goed, soms erg jammer...
Wij zijn maar een klein land, het voordeel is dat we daardoor heel veel buitenland hebben :)
We zullen met Europa mee moeten doen, wat ik niet zo erg vind.
We zullen met Europa mee moeten doen, wat ik niet zo erg vind.
Zo had ik het nog niet bekeken, Frans. Hahahaha!
Charlene,
Mijn opmerking heeft een historische achtergrond....
Uit een studie van Vrij Nederland (het meeste heb ik weggelaten, niet zo belangrijk hier):
De benoeming van twee ministers op het ministerie van Buitenlandse Zaken in 1952.
Inleiding
Twee maanden na de verkiezingen van 1952 waren de formatiebesprekingen in een impasse geraakt. De problemen hadden zich toegespitst op de vraag welke partij in het nieuwe kabinet de minister van Buitenlandse Zaken zou mogen leveren. Minister Stikker kwam, ten gevolge van de tegenstellingen die er tijdens de kabinetscrisis van 1951 tussen hem en VVD-fractievoorzitter Oud waren ontstaan, niet langer in aanmerking voor de post. De PvdA weigerde in te stemmen met de benoeming van een KVP-bewindsman op het departement, omdat dan de zes ministers, die in de toekomst het bestuur van de Europese Gemeenschap zouden gaan vormen, allen tot een katholieke partij zouden behoren. Dat was een gruwel in de ogen van PvdA-voorman Drees. Uiteindelijk werd een typisch Nederlandse oplossing bedacht: De partijloze mr J.W. Beyen, tot op dat moment Executive Director van de Wereldbank en het IMF, zou de minister van Buitenlandse Zaken worden. Daarnaast zou de KVP in de persoon van mr J.M.A.H. Luns, ambassaderaad bij de Verenigde Naties in New York en beschermeling en vriend van KVP-fractievoorzitter Romme, een minister zonder Portefeuille voor hetzelfde departement leveren. Vastgelegd werd dat Luns weliswaar in naam minister zonder Portefeuille zou zijn, maar dat hij feitelijk volstrekt gelijke en gelijkwaardige bevoegdheden zou hebben als zijn collega.
In binnen- en buitenland, ook door de ministers zelf, werden vele grappen over de zonderlinge oplossing gemaakt. Toen Luns, kort na zijn benoeming, naar de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties in New York vertrok, voegde Beyen hem als afscheidsgroet toe: Joseph, gedraag ons goed. Op de vraag van de Engelse koningin Elizabeth aan minister Luns waarom een klein land als Nederland twee ministers van Buitenlandse Zaken nodig had, antwoordde Luns: Omdat wij zoveel buitenland hebben.
Mijn opmerking heeft een historische achtergrond....
Uit een studie van Vrij Nederland (het meeste heb ik weggelaten, niet zo belangrijk hier):
De benoeming van twee ministers op het ministerie van Buitenlandse Zaken in 1952.
Inleiding
Twee maanden na de verkiezingen van 1952 waren de formatiebesprekingen in een impasse geraakt. De problemen hadden zich toegespitst op de vraag welke partij in het nieuwe kabinet de minister van Buitenlandse Zaken zou mogen leveren. Minister Stikker kwam, ten gevolge van de tegenstellingen die er tijdens de kabinetscrisis van 1951 tussen hem en VVD-fractievoorzitter Oud waren ontstaan, niet langer in aanmerking voor de post. De PvdA weigerde in te stemmen met de benoeming van een KVP-bewindsman op het departement, omdat dan de zes ministers, die in de toekomst het bestuur van de Europese Gemeenschap zouden gaan vormen, allen tot een katholieke partij zouden behoren. Dat was een gruwel in de ogen van PvdA-voorman Drees. Uiteindelijk werd een typisch Nederlandse oplossing bedacht: De partijloze mr J.W. Beyen, tot op dat moment Executive Director van de Wereldbank en het IMF, zou de minister van Buitenlandse Zaken worden. Daarnaast zou de KVP in de persoon van mr J.M.A.H. Luns, ambassaderaad bij de Verenigde Naties in New York en beschermeling en vriend van KVP-fractievoorzitter Romme, een minister zonder Portefeuille voor hetzelfde departement leveren. Vastgelegd werd dat Luns weliswaar in naam minister zonder Portefeuille zou zijn, maar dat hij feitelijk volstrekt gelijke en gelijkwaardige bevoegdheden zou hebben als zijn collega.
In binnen- en buitenland, ook door de ministers zelf, werden vele grappen over de zonderlinge oplossing gemaakt. Toen Luns, kort na zijn benoeming, naar de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties in New York vertrok, voegde Beyen hem als afscheidsgroet toe: Joseph, gedraag ons goed. Op de vraag van de Engelse koningin Elizabeth aan minister Luns waarom een klein land als Nederland twee ministers van Buitenlandse Zaken nodig had, antwoordde Luns: Omdat wij zoveel buitenland hebben.
Reageer
Meld je aan
Heb je al een account? Inloggen
Enter your E-mail address. We'll send you an e-mail with instructions to reset your password.